Een kort reisverslag

Een pelgrimstocht per fiets van  naar Rome




Contact

Via Islandica

Een kort verslag van de tocht van Deventer naar Rome.

Het is een laat in het jaar vertrek. Pas op 10 mei rijdt ik weg van huis op weg naar Rome. Het is de bedoeling om over de Grote Sint Bernard te gaan. Normaal gaat de pas op 1 juni open. Als ik eerder vertrek moet ik waarschijnlijk wachten.

In Deventer kom ik aan zoals de Scandinaviërs, met de boot over de IJssel.
De kade van Deventer.
Mijn eerste stempel in de Lebuinuskerk.
Door de Achterhoek naar Lobith en dan min of meer langs de Rijn tot aan Keulen. Daarna is het dagenlang de Rijn volgen tot  Basel.
De oorspronkelijke reis van Nicolas  van Munkathvera ging hier vermoedelijk hoofdzakelijk per boot over de rivier. Ik kies ervoor om de route geheel via de linkeroever te fietsen met en korte uitzondering bij Mannheim.
Keulen, een grote stad, en druk zoals altijd. Gauw verder.
Langs Bonn. Via Koblenz. Dan volgt één van de mooie etappes langs de rivier.
De Rijn.
Ook nu varen de Vikingen nog over de Rijn.
De dom van Mainz.
Op weg naar Worms is het duidelijk dat er ander weer aankomt. Er wordt regen voorspeld. Veel regen. Ik heb een rustdag gepland in Worms. En aan het einde van de dag is de weerverwachting dermate slecht dat ik voor twee nachten naar een hotel verhuis.
Het hotel bij Worms.
Op weg naar Speyer is het eerst ook regenachtig, maar daarna wordt het weer voorlopig weer even beter.

De crypte van de dom van Speyer.
In Straatsburg neem ik echter weer voor twee nachten een hotel. Er is weer veel regen voorspeld.
In Straatsburg lijkt er een bewegwijzering te zijn. Toeval denk ik.
Het water staat hoog in de Rijn.
Na Basel verlaat ik eindelijk de Rijn en begint het echte klimwerk. Na Augst over een uitloper van de Jura.
Augst. Ook hier een romeins theater.
De eerste pas. over de Jura.
Midden Zwitserland Fietsen over een Romeinse weg, door een Romeinse poort en Avenches een Romeins theater.
De romeinse poort om Avenches binnen te rijden.
De Alpen komen in zicht.
De afdaling naar het Meer van Genève en langs de Rhône naar Martigny. Ik ben er ruim voor 1 juni. Als ik ga informeren wanneer de pas open gaat, hoor ik dat het wellicht op 6 juni is (achteraf zal het 12 juni zijn).
Transport met de bus zie ik niet zitten en ik besluit via de Simplon de Alpen over te steken. In 2019 reed ik de Via Francigena, en ik ken het traject tussen Martigny en Pavia al.
In het Rhônedal, op weg naar de Simplon.
Op de Simplon ligt nog wat sneeuw, maar veel is het niet meer.
De klim van de Simplon is lager dan de Grote Sint-Bernard. Na de afdaling ga ik rechtstreeks naar Pavia, en daar sluit ik dus pas weer aan op de route van de Via Islandica.
Anderhalve dag door de Povlakte.
Dan de klim de Apennijnen in. Ik kies na Fornovo di Taro voor de hoofdweg omhoog. Dit blijkt een goede keus te zijn. Regelmatige klim en weinig verkeer.
De Apennijnen.
Pontremoli.
De Middellandse Zee. Even maar.
Een dagje rust in Lucca en een uitstapje naar Pisa.
Lucca.
Pisa.
Op weg naar Siena kom ik in Poggibonsi bij het Castello della Magione. In het verleden een hospice voor pelgrims. In de bijbehorende kapel zit in een ruimte waar meer dan 1000 jaar geleden al pelgrims hun gebed zegden, voor ze verder reisden naar Rome.

Twee dagen in Siena.
Feest in Siena.
In de vroege morgen. Nog rust op Il Campo.
Het laatste deel naar Rome. De klim naar Radicofani is lang maar niet lastig.
De toren in de verte, dat is Radicofani.
Bolsena.
Op de camping in Rome ben ik langzamerhand een vaste gast.

Ik ben in Rome.
Op zondag krijg ik tijdens de mis in de Friezenkerk mijn testimonium.
En ik kijk nog rond in Rome.