Deventer - Rome

Een pelgrimstocht per fiets van Deventer, via Duitsland en Zwitserland, naar Rome.
NieuwsNieuws

Op dit moment is een nieuwe route in ontwikkeling. Roermond - Rome, op basis van een reisverslag uit 1674 van een pastoor uit Maasniel (Roermond).


Nieuws

Een lezing over deze fietsroute naar Rome?
Neem contact op via het formulier hieronder.




Contactformulier



De tekst vertaald en in beeld gebracht.


Alle in de itinerar voorkomende namen en routes in kaart




Kaart op volledig scherm  (Opent in een nieuw venster)


De vertaling en toelichting


Wegwijzer en lijst van steden

Er wordt gezegd dat het zeven dagen duurt om van IJsland naar Noorwegen te zeilen als je de wind in de rug hebt; maar de wind verandert van richting, wat natuurlijk is, want de wind kan niet altijd in dezelfde richting waaien. De reis tussen IJsland en Noorwegen duurt dus zo lang.
Van Noorwegen ga je eerst naar Aalborg in Denemarken. De pelgrims die naar Rome gaan zeggen dat het vanuit Aalborg twee reisdagen duurt om Viborg te bereiken. Van daaruit duurt het een week om Hedeby te bereiken.
Dan is het nog een klein stukje naar Sleeswijk en dan is het nog een dag reizen naar de rivier de Eider. Hier komen de volgende landen samen: Denemarken en Holstein, Duitsland en Wendland. Na een tocht van een dag bereik je Itzehoe in Holstein.
Dan steek je de rivier de Elbe over en kom je Stade binnen. In Duitsland zijn de mensen vriendelijker en de Scandinaviërs kunnen nog veel van hen leren. In Stade is de bisschopszetel gevestigd in de Mariakerk.
Dan duurt het twee reisdagen om Verden te bereiken. Dan, op korte afstand, bereik je Nienburg en vervolgens Minden, waar de bisschopszetel in de Sint-Petruskerk staat. Vanaf hier wordt een andere taal gesproken.
Na een tweedaagse reis bereik je Paderborn, waar de kathedraal van de heilige Liborius staat, die daar begraven ligt. Dan reis je vier dagen om Mainz te bereiken, tussendoor is er een dorp dat Horhausen heet, een ander dat Kiliandr heet, en daar is Gnita-heiðr, waar Siegfried de draak Fáfnir doodde.
Niet gelokaliseerd.

Er is nog een weg die van Stade naar het oosten van Duitsland voert, naar Harsefeld, van daar naar Walsrode, en dan naar Hannover, en naar Hildesheim, waar een kathedraal staat waarin de heilige Gotthard begraven ligt.
Dan ga je verder naar Bad Gandersheim, dan naar Fritzlar en dan naar Kloster Arnsburg, op korte afstand van Mainz dat we eerder zagen.
De Scandinaviërs reizen via deze twee hoofdwegen om Mainz te bereiken; als je deze wegen volgt, zul je zien dat dit de weg is die door veel mensen wordt gevolgd.
Er is nog een andere route van Noorwegen naar Rome: via Friesland, naar Deventer of naar Utrecht, waar de pelgrims hun staf, ransel en zegen krijgen voor hun pelgrimstocht naar Rome.
In de 12e eeuw wordt heel Noord-Nederland aangeduid als Friesland.
De reis van Utrecht naar Keulen duurt zes dagen en daar bevindt zich de aartsbisschoppelijke zetel in de Sint-Pieterskerk. De keizer wordt gewijd door de bisschop van Keulen in de kerk skal keisari.
Er is onduidelijkheid over deze tekst. Het lijkt erop dat hier de Palts van de keizer in Aken wordt bedoeld.
Dan is er een driedaagse reis van Keulen over de rivier de Rijn naar Mainz, waar zich de aartsbisschoppelijke zetel in de kerk van de Heiligen Petrus en Paulus bevindt. Dan is er een eendaagse reis naar Speyer, waar de bisschopszetel in de kerk van St. Maria is.
De reis van Keulen, via Mainz naar Basel wordt per schip afgelegd.
Daarna is er een eendaagse reis naar Seltz. Dan nog een reisdag naar Straatsburg, waar de kathedraal, de Mariakerk staat. Dan is het een driedaagse reis naar Basel.
Seltz, nu een onbetekenend dorp. Wellicht genoemd omdat hier een doorwaadbare plek was in de Rijn.
Daarna volgt een reisdag die van de rivier de Rijn naar Solothurn voert. Dan volgt een dagtocht naar Avenches; de stad was groot voordat de zonen van Loðbrók hem verwoestten, maar is nu klein. Dan is er een dagtocht naar Vevey; het ligt vlakbij het Meer van Genève, waar de paden van de Franken, Vlamingen, Welsh, Engelsen, Duitsers en Scandinaviërs, de mensen die naar de Grote Sint Bernard richting het zuiden gaan, samenkomen.
Vanaf hier volgt de route de Via Francigena, zij het met kleine afwijkingen hier en daar.
Dan is er nog een dagtocht naar Saint-Maurice, waar het lichaam van Saint Maurice ligt met zijn hele leger van zesduizend zeshonderd zesenzestig man.
Het Thebaanse Legioen.
Vervolgens is er Bourg-Saint-Pierre. Vanaf Saint-Maurice is het twee dagen reizen naar het Hospice Saint-Bernard, dat op de top van de berg ligt. Op de bergpas ligt het Sint-Pietersgasthuis; hier vind je vaak sneeuw op de rotsen en ijs op het meer op de dag van de Heilige Olav in de zomer.
29 juli
Italië is de naam van het land ten zuiden van de bergketen die mensen de Alpen noemen. Ten zuidoosten van Italië ligt Apulië; de Scandinaviërs noemen het Púlsland. In Midden-Italië ligt Rome. In Noord-Italië ligt Lombardije, dat wij Lang-bardaland noemen.
Ten zuiden van de Grote Sint Bernard ligt Étroubles. Dan is er Aosta, een mooie stad, waar een bisschop zetelt, bij de kerk van St. Orso; hier is hij begraven. Dan is er Pont-Saint-Martin. Daarna komt Ivrea: een tweedaagse reis scheidt het van Aosta. Dan is het een reisdag naar Vercelli; daar is een bisschopszetel, bij de kerk van St. Eusebius; daar is hij bijgezet.
Dan, ten oosten van de weg naar Rome, is het een dagtocht naar Milaan. Als men daarentegen de rechtstreekse weg naar Rome neemt, is het een dag reizen naar Pavia; daar is een keizerlijke zetel, vlakbij de kerk van de heilige Syrus, waar die is bijgezet. Het was hier dat Sint Maarten de bisschop werd, en het is hier dat hij een van zijn belangrijkste kerken heeft. Vervolgens is het een dag reizen naar Piacenza; hier is zich de bisschopszetel in de kerk van Santa Maria gevestigd. Tussen Pavia en Piacenza stroomt een grote rivier, de Po. Dan kom je op de weg van degenen die de weg van St. Gilles hebben gevolgd.
Vanuit Piacenza, in zuidelijke richting, is het een dag reizen naar Fidenza. Halverwege is Erik's hospice.
Dan is er een rivier genaamd Taro; het is een overvloedige en heldere waterloop, die nooit vervuild of vertroebelt, omdat elke onzuiverheid of vuiligheid naar de bodem zakt. Daar, in het zuiden, ligt Borgo Val di Taro. Daarna moet je een berg oversteken die Monte Bardone heet.
Monte Bardone = Colle della Cisa.
De regio tussen de Apennijnen in het zuiden en de Alpen in het noorden wordt Lombardije genoemd. Het ene uiteinde van de Alpen (Mund-tufjall) reikt in het westen tot aan de zee in Oostenrijk; het andere, in het oosten, tot aan de Venetiaanse Lagune.
Identificatie niet zeker.
Op de Apennijnen liggen Passo Cento Croci en Villafranca in Lunigiana.
Topografisch onjuist.
Dit zijn twee verschillende overgangen over de Apennijnen.
Na Fidenza naar Borgo di Val de Taro en de Passo Cento Croci.
Of na Fidenza, Monte Bardone (Colle della Cisa), Pontremoli, Aulla.
Dan is er Pontremoli, daarna er Aulla en vervolgens Luni. Daar, vlakbij de stad, liggen de stranden van Luni, het is tien kilometer reizen naar die prachtige stranden, waar aan alle kanten stadjes oprijzen en weidse uitzichten zich openen.
Tussen Aulla en Luni liggen Santo Stefano di Magra en Sarzana. Onder de stranden van Luni bevindt zich volgens sommigen de slangenkuil waar Gunnarr in werd gegooid. Vervolgens komt men naar het zuiden in Capriglia. In Luni komen de wegen uit Spanje, het land van Sint Jacob samen.
Santiago de Compostella.
Vanuit Luni is het een dag reizen naar Lucca. Daar is een bisschopszetel, vlakbij de kerk van de Heilige Maria, waar dat kruisbeeld staat dat Nicodemus door de wil van God zelf liet bouwen. Het sprak twee keer, één keer gaf hij zijn schoen aan een arme man, een andere keer getuigde hij ten gunste van een man die ten onrechte werd beschuldigd.
Ten zuiden van Lucca ligt een stad die Pisa heet; daar landden kooplieden uit Griekenland en Sicilië, Egyptenaren, Syriërs en Afrikanen met hun galeien. Iets verder naar het zuiden is er een dorp genaamd Zwarte Arno.
Een dorp ten noorden van Fucecchio. Locatie om de Arno over te steken.
Dan is er Matilda's hospice in Altopascio, met de bouw waarvan ze de belofte aan Monte Cassino nakwam om een hospice te laten bouwen; daar wordt iedereen ontvangen voor de nacht.
Dan is er San Miniato, en daarna Poggibonsi. Dan is er Siena, een mooie stad, met een bisschopszetel in de kerk van St. Maria; hier wonen de meest aantrekkelijke vrouwen. Het kost drie dagen om hier te komen vanuit Lucca, terwijl het van hier naar S.Quirico d'Orcia één dag duurt, en nog één om naar Acquapendente te komen. Vervolgens gaat men over een berg die Radicofani heet; hierop verheft zich een kasteel dat "Mala mulier" heet - wij zeggen "ill kona" ("slechte vrouw"). Hier wonen mensen van het ergste soort.
Topografisch onjuist. Mala mulier ligt ca. 5 km ten noordwesten van Radicofani.
Daarna is het twaalf mijl naar Bolsena; daar rust ze, en daar is haar afdruk in steen gegraveerd.
Bolsena wordt in oude teksten aangeduid als Santa Cristina.
Vanaf hier is het tien mijl naar Sutri, dan een dagreis naar La Storta, dit is in de buurt van Monte Mario, dat op zijn beurt in de buurt van Rome ligt, in het noorden.
Hier heeft de pelgrim voor het eerst zicht op de stad Rome.


Rome

Rome zou vier mijl lang en twee mijl breed zijn. Er zijn vijf bisdommen. Een daarvan is bij de kerk van Sint-Jan van Lateranen, daar mag niemand de mis aan het hoofdaltaar opdragen, tenzij hij ten minste tot plaatsvervangend bisschop is gewijd, het is de pauselijke zetel. Het bloed van Christus, het gewaad van Maria en de meeste beenderen van Johannes de Doper worden er bewaard. Ook worden de voorhuid van Christus en de melk van de borst van Maria, fragmenten van de doornenkroon van Christus en van zijn tuniek en vele andere heilige relikwieën bewaard in een grote gouden vaas.
Een tweede bisschopszetel bevindt zich in de Santa Maria Maggiore, hier moet de paus de mis opdragen op Kerstmis en Pasen.
De derde is bij de kerk van Sint-Laurentius buiten de muren, hier moet de paus de mis opdragen op het octaaf van Kerstmis
De achtste dag na Kerstmis.
 en op de feesten van dezelfde twee heiligen. In de IJslandse tekst is sprake van de kerk van Sint Stephanus en Sint Lorenzo.
Twee mijl ten oosten hiervan is de kerk van Sint-Agnes buiten de muren, de meest waardevolle in de hele stad, deze werd gebouwd door Constance, dochter van keizer Constantijn, die, eerder dan hij het geloof omarmde en zijn toestemming vroeg om een kerk te bouwen ter ere van de heilige Agnes. De keizer stond haar dat toe op advies van paus Sylvester, maar buiten de stad.
Vanaf hier moeten we vier mijl in westelijke richting reizen, binnen de stad, om de doorgang te bereiken die Porta Latina wordt genoemd. Daar staat de kerk van Sint-Jan bij Porta Latina.
Poort in de Aureliaanse Muur.
Vlakbij de Sint-Jan bij Porta Latina staat het paleis van keizer Diocletianus.
Vermoedelijk bedoeld zijn de Thermen van Caracalla. Het genoemde paleis is ver weg van de Porta Latina.
Dan is er de kerk Santa Maria in Domnica. Dan de kerk van Santi Giovanni e Paolo al Celio, martelaren, mannen uit het gevolg van Constance. Dan is er het Pantheon, groot en weelderig en open aan de bovenkant, zoals de kerk van het Heilig Graf in Jeruzalem. Ten westen van de stad staat de kerk van Sint-Paulus buiten de muren; hier staat een klooster met een versterking rondom. Dit is de plaats die Catacomben wordt genoemd. Dit alles ligt voorbij de Tiber, die door de stad Rome stroomt en ooit Albula heette.
De Engelenburcht is het hoogste gebouw van de stad aan deze kant van de rivier en is zeer rijk. Dan is er het plein van Sint-Pieter de Apostel, erg groot en lang, en dan de vereerde kerk van Sint-Pieter, erg groot en weelderig. Hier krijgen mensen van over de hele wereld  volledige absolutie.
In de kerk van Sint-Pieter komt men binnen vanuit het oosten, en in het midden van de kerk staat een altaar; hier, onder het altaar, staat de sarcofaag van Petrus; hier werd hij gevangen gehouden. En vlakbij de plaats waar nu het hoofdaltaar staat, stond het kruis van Petrus toen hij gemarteld werd. De helft van de beenderen van de apostelen Petrus en Paulus wordt in het altaar bewaard, terwijl de andere helft in de kerk van Paulus ligt. In het hoofdaltaar liggen ook vijfentwintig beenderen van de discipelen van Christus die Petrus volgden naar Rome. In de Sint-Pieter staat het altaar van paus Sylvester, die daar is bijgezet. In de Sint-Pieter staat ook het altaar van Sint-Gregorius, waar deze rust. De obelisk van Sint-Pieter bevindt zich buiten, in het westen, vlakbij kerk.
De aanduiding verwijst naar de oorspronkelijke locatie van de obelisk ten opzichte van de oude basiliek, voordat de obelisk werd verplaatst.
Gelovigen hebben ooit gezegd dat niemand zo geleerd is, dat hij alle kerken van Rome met zekerheid kent. Rome wordt het deel ten noorden van de Tiber genoemd, en Lateraan het zuiden, terwijl het geheel Rómaborg ('Stad Rome') wordt genoemd.



Rome voorbij
Vanaf hier is het tien mijl naar Frascati, dan een dagreis naar Ferentino en nog een naar Ceprano. Vanaf hier stroomt de rivier Garigliano, die de Romeinse staat scheidt van die van Sicilië. In het zuiden ligt Campania, of Apulië, en in het noorden Italië.
Tegenwoordig de grens tussen Lazio en Campania.
Dan komt Aquino, twaalf mijl van Ceprano. Dan is het zes mijl naar Montecassino, hier is een groot klooster met een fort rondom, waarbinnen tien kerken zijn. De belangrijkste kerk is die van Sint-Benedictus. Vrouwen mogen hier niet naar binnen. Dan is er nog de kerk van Sint-Maarten, gebouwd door Sint-Benedictus; een vinger van de apostel Mattheüs en een arm van de bisschop Sint-Maarten worden er bewaard. Er zijn de kerken van de heiligen Andreas, Maria, Stefanus en Nicolaas.
Dan is er een tweedaagse reis naar Capua. In de buurt van Montecassino is San Germano. Dan is het nog twee dagen reizen naar Benevento, de grootste stad in Apulië. Ten zuidwesten daarvan ligt Salerno, daar zijn de beste artsen.
Siponto ligt onder Monte San Michelle Arcangelo, het meet drie mijl in de breedte en tien in de lengte, en strekt zich uit tot op de berg. Daar is daar de grot van San Michelle, en er is een zijden doek bewaard gebleven die hij schonk aan deze plaats. Dan is het een dag reizen naar Bari, dan zes mijl naar Trani, en weer vier naar Bisceglie, vier naar Molfetta, vier naar Giovinazzo en ten slotte zes naar Bari, waar de heilige Nicolaas rust.
Ook is er een andere route - de westelijke - naar Capua: van Rome naar Albano, van daar is het verdeIn het binnenste deel van de 'golf', van hieruit, ligt Venetië, daar is de zetel van de patriarch, en de heilige relikwieën van Marcus en Lucas worden er bewaardr naar de ‘Trajanusbrug’,
Bedoeld is de Via Appia door Pontijnse moerassen.
het duurt drie weken om deze in zijn geheel af te leggen, door moerassen en bossen, en het is het meest bijzondere ingenieurswerk dat ooit is uitgevoerd; men doorkruist gedurende een hele dag bossen, en het is onmogelijk om ook maar één stap vooruit te komen zonder gebruik te maken van de ‘Trajanusbrug’.
Dan is er Terracina; het werd verwoest door de Romeinen en is nu klein. Dan komt Fondi, dan Gaeta. Dan volgt een tweedaagse reis naar Capua. Daarna gaan we door naar Benevento.
Verderop ligt Monopoli, dan Brindisi.

In het binnenste deel van de 'golf', van hieruit, ligt Venetië, daar is de zetel van de patriarch, en de heilige relikwieën van Marcus en Lucas worden er bewaard.
Adriatische Zee.
In Benevento rust de heilige Bartholomeus, die werd overgebracht vanuit het verre India. In Salerno rust de heilige Mattheus de Evangelist, overgebracht uit Afrika. In Apulië zijn er Siponto en Mount Gargano, waar de grot van St. Michael de Aartsengel zich bevindt, en Montecassino, waar abt Sint-Benedictus en zijn zuster Scholastica leefden: zij is hier bijgezet; Benedictus daarentegen ten noorden van de Alpen, in Fleury, Frankrijk.
Bedoeld wordt hier de abdij van Fleury, 15 km ten oosten van Orléans.
Sint Nicolaas rust in Bari, maar hij woonde in de stad Pàtara. Hij was bisschop van Myra; van daaruit vervoerden enkele kooplieden hem naar Bari, waar zij zes nachten later met zijn heilige resten aankwamen, zes nachten na het feest van het Heilige Kruis, in de lente. In Apulië bevindt zich Trani, waar de heilige Simon en Judas rusten, en een stad genaamd Capua, waar de heilige Thomas de Apostel, vertaald uit Syrië, rust. In Venetië rust Marcus de Evangelist, overgebracht uit Alexandrië, Egypte.
Niet ver van Durazzo ligt de heilige Maria van Kassiopi.
Havenstad in Albanië.
Dan is er Port Guiscard, daarna Kaap Malea. Vervolgens is het een korte afstand tot het eiland Sicilië; hier zijn vulkanen en heet water zoals in IJsland. Vervolgens is er een stad, Martini genaamd, in het land van de Slaven. Dan moet men naar een eiland varen, Kos genaamd, waar de routes van Apulië en Constantinopel samenkomen, dit eiland ligt ten noorden van Apulië en over zee ga je naar Kreta. Voor de kust van Kos ligt het eiland Rhodos. Dan moet men naar Griekenland te varen en naar Kastellorizon. Dan is er Pàtara, waar de heilige Nicolaas werd geboren, zijn school staat er nog steeds. Dan is er de stad Myra, waar hij bisschop was. Dan is het nog een klein stukje naar Kaap Gelidonya in Turkije. Vervolgens is het twee dagen varen naar Cyprus. Er is een zeearm die de Scandinaviërs Golf van Antalya noemen en de Grieken Golf van Satalie.
Op Cyprus ligt een stad genaamd Paphos, waar een garnizoen van Varangianen ligt en waar de koning van de Denen Eiríkr, zoon van Svein (de broer van Canute de Heilige), stierf.
Lijfwachten van de Byzantijnse keizer. Veelal Scandinaviërs.
Hij liet een schenking na in Lucca, zodat iedereen die de Scandinavische talen sprak, volop en vrij kon drinken, en hij bouwde een hospice acht mijl ten zuiden van Piacenza, waar ze zich konden verfrissen.
Bedoeld is hier Erik’s hospice.
Vanaf Cyprus is het een tweedaagse zeereis naar Sint-Jan van Akko, dat in het Heilige Land ligt. Dan komt Tel Shikmona. Daarna volgt Caesarea.
Vanaf Caesarea volgen een aantal plaatsnamen die niet in reisvolgorde staan.
Dan komt Jaffa, gekerstend door koning Baldwin van Jeruzalem en Sigurðr, zoon van Magnús, koning van Noorwegen. Daarna komt Ashkelon, dat in het land van de Saracenen ligt en heidens is. In het oosten van de stad van Sint-Jan van Akko ligt Tiro, dan Sidon, Tripoli en Latakia. Daar is een inham, die we Golf van Antiochia noemen.
Op het vasteland ligt Antakya, waar de apostel Petrus zijn zetel vestigde. Al deze steden liggen in Syrië. De regio Galilea ligt landinwaarts, op afstand van de stad Sint-Jan van Akko. In deze plaats ligt een enorme berg genaamd Tabor waar de profeten Mozes en Elias verschenen. Later komt Nazareth, waar de aartsengel Gabriël de maagd Maria ontmoette en waar Jezus drieëntwintig jaar leefde. Dan volgt de stad Jenin. Daarna komt Sabastiya, dat in het verleden Samaria heette; daar zijn het heiligdom van Johannes de Doper en de Jakobsbron, waar Christus een vrouw vroeg hem water te drinken te geven.
Dan komt de grote stad Nablus. Vervolgens de stad Casal, daarna al-Bireh. Dan ga je naar Jeruzalem, de beroemdste stad ter wereld, overal gevierd in de christelijke wereld, omdat je er nog steeds de wonderen van het lijdensverhaal van Christus kunt zien. Daar is de kerk waar Christus werd begraven en de plaats waar het kruis van de Heer werd opgericht; je kunt duidelijk het bloed van Christus op een rots zien alsof het nog vers is en het zal voor altijd zo blijven tot de Dag des Oordeels; hier zien mensen het licht van Eerste Paasdag bij zonsondergang. Het wordt de kerk van het Heilig Graf genoemd en is open boven het graf.

Dit is het centrum van de wereld, waar de zon in gelijke mate schijnt tijdens het feest van Sint-Jan. Hier staat het Hospice van Johannes de Doper, het meest imposante ter wereld. Dan is er nog de Toren van David. In Jeruzalem staan ook de Tempel van God en de Tempel van Salomon. Ten zuiden van de stad Jeruzalem ligt de berg Sion, waar de Heilige Geest neerdaalde op de apostelen en waar Christus het avondmaal gebruikte op Witte Donderdag. Vier mijl naar het zuiden ligt Bethlehem, een kleine en mooie stad, waar Christus werd geboren. Van hieruit is het een klein stukje naar het kasteel van Bethanië, waar Christus Lazarus uit de dood liet opstaan.
In het zuiden van Jeruzalem ligt het de Dode Zee, waar God twee steden vernietigde, Sodom en Gomorra aan weerszijden van het water. Daar stroomt de rivier de Jordaan die niet samenvloeit met de Dode Zee, omdat het heilig water is.
Ten oosten van de stad ligt de Olijfberg, waar Christus ten hemel steeg. Tussen de Olijfberg en de stad Jeruzalem ligt een vallei die de Vallei van Josafat wordt genoemd en waar het graf van Onze Lieve Vrouw is. Daarop volgt een lang pad naar de berg Quarantana, waar Christus vastte en Satan hem verleidde. Op deze plaats bevindt zich de Rots van Abraham. Daar was Jericho. Daarna is er de vlakte van Abraham. Daarvandaan is het maar een klein stukje naar de rivier de Jordaan, waar Christus gedoopt werd; de Jordaan stroomt van noordoost naar zuidwest. Voorbij de rivier ligt Saoedi-Arabië en aan de andere kant de streek van Jeruzalem, die ze Syrië noemen. Aan de oever van de rivier staat een kleine kapel, waar Christus zijn kleren uittrok: in latere tijden werd de kapel gebouwd om van deze gebeurtenis te getuigen. Als iemand aan de oever van de Jordaan op zijn rug op de grond gaat liggen en zijn knie en vuist opheft en dan zijn duim omhoog steekt, kan hij daarboven de Poolster zien, zo hoog dat niets hoger is.

Vanaf de rivier de Jordaan moet men een vijfdaagse reis maken naar Sint-Jan van Akko en vanaf daar duurt het veertien dagen over zee naar Apulië om 1800 mijl af te leggen; dan een veertiendaagse reis over land van Bari naar Rome, dan een korte reis van zes weken vanuit het zuiden naar de Alpen en drie reisdagen naar het noorden naar Hedeby.





Meer links en informatie is te vinden bovenaan deze pagina bij Downloads en links