Een kort verslag, fietsen langs de grens van Nederland

11 juli - 6 augustus 2020

Nunspeet - Nunspeet    2200 kilometer




Voor meer gegevens over de route:     Pelgrimswegen naar Rome


Om toch een aantal weken te kunnen fietsen in de onzekere tijden van Corona heb ik een tocht uitgezet langs de drie grote grenzen die Nederland kent.
  • De landsgrenzen met Duitsland en België
  • De kustlijn, de grens tussen land en water
  • De grens tussen Nederland boven en Nederland beneden de 0 meter NAP-lijn.
Van de drie grenzen die ik heb gebruikt is de 0-meter NAP-lijn de meest onduidelijke. Een lijn in het landschap die hoog- en laag-Nederland scheidt. Een route uit het bestaande netwerk van Langeafstand Fietsroutes in Nederland. Al fietsend vroeg ik soms me af of dit werkelijk de scheiding is tussen hoog- en laag Nederland.
De grens langs de kust is redelijk stabiel, ofschoon die kust toch ook vaak door soms grootschalige werkzaamheden wordt gewijzigd.
De landsgrenzen lijken de meest vaste grens. Er moet immers met het land aan de andere kant overlegd worden om tot wijziging te komen. Maar ook die grens is soms diffuus. Ik had mezelf opgelegd om niet in het buitenland te komen. Dat blijkt een grote klus, en soms is het onmogelijk. Al was het maar omdat ik in Twente een straat kruis die Buitenlandweg heet.

In drie dagen fiets ik vanuit Nunspeet, naar De Grens in Noordoost-Groningen, het eerste deel van deel van de 0-meter NAP-lijn.


Langs de NAP-route, de 0-meter-lijn op ooghoogte.

Voor het eerst sinds jaren vertrek ik weer eens van huis. En toch, ook dicht bij huis ontdek ik weer dingen die ik  nog nooit heb gezien. Na Zwolle is het echt onbekend terrein. Niet eerder fietste ik in deze hoek van het land. Meppel, ik ken het als afslag van de A28, nu ik er doorheen fiets blijkt het een leuk stadje te zijn.


Langs Havelte. Een van de weinige plekken langs de route  van de LF9 waar er echt een hoogteverschil is.

In Nieuweschans bereik ik voor het eerst De Grens, maar het is al aan het eind van de dag, dus Nieuwe Statenzijl moet nog even wachten.

De volgende morgen sta ik in Nieuwe Statenzijl. Het Noordoostelijkste punt van de grens met Duitsland. Ik denk aan De Grens te staan, geen grenspaal te zien. Later hoor ik dat De Grens pas een paar honderd meter verder ligt.
De eerste grenspalen die ik zie, staan op een pleintje in Nieuweschans. Maar die staan niet op de plek waar ze horen te staan, vermoedelijk zijn ze hier geplaatst, toen ze in de weg stonden bij de aanleg van een nieuwe weg naar Duitsland.


De eerste grenspaal die ik zie. Merkwaardig genoeg staat deze op een pleintje in Nieuweschans. En daar ligt zeker geen grens.


Pas halverwege de dag zie ik de eerste grenspaal, en er zullen die middag nog vele volgen. Het zal de ook enige dag zijn met regen. Wel fris, maar de regen is zo dun, dat regenkleding overbodig is.

Het laatste grote hoogveengebied van Nederland in het zuidoosten van Drente, herinner ik me van 30 jaar geleden als een ruig gebied, waar je via smalle schelpenpaadjes doorheen kon. Nu is het geheel gemoderniseerd, met brede betonnen paden (wel corona-proof) en hekken, daarachter is het kijknatuur.


Langs De Grens kan ik hier niet, daar zijn ze ook bezig met de aanleg van zo’n fietspad.



Een Drents fietspad en een Duitse zandweg.



Ieder land zijn eigen grenspaal. De Grens zal midden in het water liggen.



De windmolen als moderne grenspaal. Links, met rode strepen, Duits. Rechts, zonder rode strepen, Nederland.


De volgende dag kruis ik twee maal de route van Emo. Dat zal tot aan Maastricht nog vier keer gebeuren. De huidige grens maakt de meest onmogelijke kronkels, Emo reisde in de 13e eeuw in een tamelijk recht lijn.
Op de zesde dag in de kop van Twente ben ik duidelijk aan een rustdag toe. Ik wordt wel op de gebruikelijke tijd van 6 uur wakker, maar pas na 10 uur ben ik een beetje bij de mensen.


Midden in Twente op een rustdag. Ik kruis de Buitenlandweg, ben ik nu De Grens over?



Een sobere grenspaal langs de Duitse grens.



Een grenspaal uit 1766. Maar niet op De Grens. Een paar kilometer verderop een zelfde grenspaal. Maar wel op De Grens. Een voorbeeld van een veranderde grens.



In Dinxperloo loopt de grens keurig op de stoeprand aan de Duitse zijde. Ik kan de weg in beide richtingen fietsen bij het boodschappen doen. Alleen bij het afslaan, moet ik aan de linkerkant blijven, anders ga ik De Grens over.


In Dinxperloo hebben ze De Grens op de weg geschilderd.


In ’s-Heerenberg het eerste grote industrieterrein van deze tocht. Het ligt tegen de grens aan, en dus moet ik eroverheen. Gelukkig is het zondag. Door de week moet het hier een hel zijn voor een fietser.

Bij het verlaten van de camping in Arcen maak ik een stuurfout terwijl ik nauwelijks snelheid heb. Ik val. Geschaafde knie en elleboog, kapotte spiegel.


Weer een geval van 2 wegen. Ieder land zijn eigen weg. Er ligt zelfs een dijkje op de grens, met een in het gras verstopte grenspaal.

De Grens bestaat die dag voor een groot deel uit een oude Romeinse weg. Dat had ik hier nier verwacht. Gelukkig staan de grenspalen aan de goede kant van de weg, maar een enkele staat ineens aan de verkeerde kant. Loopt de weg nu ineens aan de andere kant van de weg en ben ik in Duitsland? Duidelijk wordt het niet als de volgend grenspaal weer netjes aan de goede kant staat. Even verderop staat er aan iedere kant van de weg een grenspaal. Opluchting, vermoedelijk loopt de grens op het midden van de weg.


Één weg, twee grenspalen. Staat mijn voorwiel nu over De Grens?




Heel verwarrend. Kom ik hier Nederland binnen en was ik in Duitsland?
Nee. Hiervoor reed ik op een Nederlands fietspad en was de weg Duits. Bij deze wegversmalling is de weg ook ineens Nederlands.


Het gras wordt gemaaid door de gemeente Maastricht. De bieten worden gerooid door een Belgische boer.

Langzamerhand kom ik bij elk klimmetje een beetje hoger. Op weg naar het hoogste punt van Nederland, het Drielandenpunt. Daar weet ik het niet meer. Er staat een officieel Drielandenpunt, en even verderop een officiële grenspaal.
Zes dagen fiets ik in Limburg, met ruim 400 kilometer de provincie met de langste Grens.

Eenmaal de grens over met Brabant valt het me op dat het nauwelijks mogelijk is om onverharde wegen te fietsen. Als er onverharde wegen dicht bij de grens lopen, zijn dit vrijwel altijd zeer mulle zandwegen, waar niet door te komen is. In de andere provincies waren die paden en wegen meestal goed te fietsen.


De grens van Nederland en België, maar de Baron van Cranendonc vond dat hij ook zijn grenzen moest aangeven.


Het veelbezongen Brabantse land. Maar de eerste volle dag in Het Brabant van De Grens, gaat vooral door de geur van varkensmesterijen. De geur is overal, en van alle treurige bouwsels wordt ik ook niet warm. Maar ook dit is een industriegebied aan de grens.

In Baarle-Nassau / Baarle-Hertog wordt duidelijk hoe diffuus de landsgrens is. De hele gemeente heeft geen grenspaal. Omdat ik Baarle in moet om eten te kopen, weet ik niet wanneer ik op Belgisch grondgebied fiets. Maar dat is hier niet te vermijden. Na het ontbijt in Baarle-Nassau, ga ik op zoek naar het gekste aanhangsel van Nederland. Ik fiets richting Minderhout (B) tot aan de grensbeek. Vanaf het nauwste stukje, tot aan de brug is het een kleine 5 kilometer. Er is één verharde weg. En dat nauwste stukje verslaat met 300 meter ruim de claim van het Limburgse Roosteren en Susteren, Het Smalste Stukje Nederland, dat nog altijd 5 kilometer is.

Het was mijn plan om in België de Schelde over te steken. Daarmee deed ik mijn principe wel geweld aan, maar de omweg via het fietsveer van Hansweert vond ik te groot. Eind juli verandert de situatie. De provincie Antwerpen krijgt in verband met het verhoogde aantal Corona-besmettingen van Nederland de code Oranje (alleen noodzakelijke reizen).


Waar de industrie begint, begint België.

Ik moet nu via Hansweert. In Zeeuws-Vlaanderen is het de eerste hete dag. Ik snijdt een stuk af. In Zeeuws-Vlaanderen liggen er nog een aantal kasseienstroken langs de grens. Maar Zeeuws-Vlaanderen is ook vol met oude vestingen uit de 80-jarige oorlog.

Vlak voor Cadzand de laatste grenspalen. Gek genoeg staan ze langs het pad dat ik fiets. Volgens de kaart hadden ze ergens midden in het Zwin moeten staan.


De laatste grenspaal. De grens loopt ergen in het Zwin, het water op de achtergrond. Deze grenspaal staat dus niet op De Grens. Maar de eerste grenspaal die ik zag, stond ook niet op De Grens.



Cadzand-Bad is de eerst kustplaats. Om 9 uur in de morgen is het er al druk. Mijn besluit om niet langs de kust te gaan fietsen lijkt de juiste. Via Walcheren en Zuid-Beveland terug naar Brabant.
Op Zuid-Beveland houdt ik nog even een rustdag, gelukkig is het niet al te warm.

Dan rijdt ik drie dagen terug naar huis. Heel vroeg vertrekken, het zijn warme dagen, maar de voorspellingen zijn dat er zeker een week van tropisch weer aankomt. Dan wil ik zeker niet meer op de fiets zitten.